De Ardenner kriel werd gecreëerd door Theo de Lame. De uitgangsrassen waren zonder twijfel de grote Ardenner, de dwerghoenders die in de streek aanwezig waren en volgens sommige bronnen ook nog Oud-Engelse vechtkrielen. In 1913 werd het ras officieel erkend.
De Ardenner kriel is klein krieltje van 550 à 650 gram. Het is een fier opgericht krieltje dat mooi gestroomlijnd is. De ruglijn is lang en loopt schuin af naar achter. De staart is lang en wordt bij de hen samengeknepen wat de stroomlijning nog accentueert. De kam is enkelvoudig, niet al te groot en staat rechtop bij de beide geslachten. Zeer opvallend is de donkere pigmentatie van het gezicht en de kopversierselen. De intensiteit van de pigmentatie verschilt naargelang de kleurslag. Ook de kleur van de ogen, snavel, poten en nagels is donker. Er bestaat ook nog een onderras, de Ardenner bolstaartkriel, waarbij de staartwervels en de staartstuurveren ontbreken.
De meest typische kleurslagen zijn zwart goudhalzig, zwart zilverhalzig, blauw zilverhalzig, berken en goudberken, omdat deze de meest karakteristieke donkere koppen vertonen. Daarnaast zijn ze ook nog erkend in patrijs, zilverpatrijs, wit, zwart, zwart goudgezoomd en zwart zilvergezoomd. Dezelfde kleurslagen komen voor in de bolstaartvorm.
MEER INFO OVER DIT RAS