Reeds eeuwen worden er in West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk vechthoenders gekweekt voor de hanengevechten. In 1858 werd er voor de eerste keer gesproken over 'La race de Bruges' en 'La race de Combat du Nord'. De Noord-Franse vechter is echter een ander ras dan de Brugse vechter. Verder onderzoek moet aantonen of dit 150 jaar geleden ook zo was.
De eerste standaard zou dateren van 1908. Vroeger trof men veel van deze dieren aan, maar sinds het verbod op hanengevechten is de Brugse een sierras geworden en zeer sterk teruggelopen in aantal. In het verleden heeft men - om chauvinistische redenen - geprobeerd de Brugse, de Tiense én de Luikse vechter samen te erkennen als één ras: de 'Belgische vechter'. Gelukkig zijn onze drie vechterrassen ondertussen weer afzonderlijk erkend. Toch hebben ze, en dan vooral de Brugse, erg te lijden gehad onder het feit dat er veel werd ingekruist. Tegenwoordig is de Brugse een zeldzame verschijning geworden en overleeft hij dankzij enkele standvastige liefhebbers. Wel dreigt een nieuw gevaar: vanuit de tentoonstellingsfokkerij werd gesleuteld aan de standaard. SLE is van oordeel dat daarbij te weinig rekening werd gehouden met de geschiedenis van het ras en met de nutseigenschappen. SLE vraagt dan ook er over te waken dat de vleeskleur bleek blijft, wat het nut - en dus de aantrekkelijkheid - ten goede komt.
De Brugse vechter bezit een grote gestalte die kracht uitstraalt. Vroeger was hij dan ook een geduchte tegenstander in de arena. Het ras groeit zeer traag. Brugse vechters doen er wel achttien maanden over om volledig uit te groeien. De meest typische kleurslagen zijn effen blauw en goudhalzig blauw. Broedsheid komt niet veel voor maar de Brugse hen is wel een goede legster. Als de hen toch broedt, verdedigt ze haar nest en kroost heftig. Tijdens de opfok moet men er rekening mee houden dat de meeste stammen nog steeds zeer vechtlustig zijn. Er zullen regelmatig kleine gevechten uitbreken, ook tussen hennen, tot de rangorde in de groep is vastgesteld. Wanneer de hanen op de leeftijd van acht tot negen maanden beginnen te vechten, moeten ze afzonderlijk gehouden worden. Wanneer twee vreemde volwassen hanen samengebracht worden, eindigt dit meestal met fatale afloop voor één van beide. De Brugse vechter is de 'ridder' onder onze hoenders en straalt trots en waardigheid uit. Tegenover soortgenoten is hij agressief maar hij is dat niet naar mensen toe.
De fiche met het fokkerijprogramma van de Brugse vechter vindt u hier.
MEER INFO OVER DIT RAS